<$BlogRSDUrl$>

maandag 30 juli 2012

Verkansie!!!! 

VERKANSIEEEEEEEEEE!!!!!

Gelukkig is de trouwe fanclub weer aanwezig!!!!!



maandag 9 juli 2012

(Ongeveer) 10 jaar geleden 


Klein-Corsica

 “Water, water, everywhere, and all the boards did shrink, water, water, everywhere, nor any drop to drink.

Een citaat uit het beroemde Rime of the Ancient Mariner en Klein-Corsica als begin van een verhaal over een spannend avontuur in Frankrijk. Ver weg van Corsica en helemaal niet met boten, een albatros, de Zuidpool en alle andere ellende die deze Ancient Mariner meemaakte, maar toch een heel spannend avontuur, dat zestien mensen meemaakte en waar ook veel water bij betrokken was. 

Het speelt zich af in het mooie gebied de Drôme en wel in het plaatsje Vercheny. Een zeer klein dorpje, waarin alle stereotiepen over kleine Franse dorpjes te zien zijn. Dus oude mannetjes die Jeu de Boules spelen en alles gaat heel rustig aan. Zo’n dorpje dus. De Drôme ligt ongeveer 100 km onder Lyon en dan naar links, bij Valence de snelweg af et voila, de Drôme. (Voor de niet-autorijders, vanaf Brussel-zuid/Brussel Midi is het 4,5 uur met de TGV naar Valence en dat is best snel!) De uitlopers van de Alpen, dus best hoge bergen, die ook nog een redelijke belangrijke rol spelen in dit hopelijk toch wel spannende verhaal. 

Een verhaal over zestien jongens en meisjes, mannen en vrouwen, die zomaar van vakantiegangers opeens helden werden. (De mensen die ons uiteindelijk gered hebben, zijn natuurlijk ook helden, maar in alle heisa was het onmogelijk om te tellen hoeveel redders er waren. Wij verzoeken deze redders zelf ook een verhaal te schrijven over dit avontuur, zodat we op het uiteindelijke aantal helden kunnen uitkomen.) 

Het avontuur begint op de Camping du Gap en ergens in de avond van 28 augustus 2002. Vier man waren de avond ervoor, 27 augustus 2002, aangekomen en wisten de georganiseerde disco te benutten om eens goed te integreren bij de kampeerders, die al langer op deze toch wel erg gezellige camping stonden. Met als gevolg dat deze vier man werden uitgenodigd om de volgende avond ook naar het kampvuur te komen, dat aan de oevers van het riviertje dat langs de camping stroomt, werd gebouwd. (Research heeft uitgewezen dat het riviertje la Roanne heet.) 

Deze vier man, Bob, Maikel, Marcel en BJ, waren niet zomaar naar dit vlekje op de Franse kaart gekomen. Maikel zijn vriendin, Lisanne, zat ook op deze camping, en hoewel zij een dag later arriveerde, deed Maikel dat wat een vriend moet doen. Allereerst bood hij zijn schoonouders een kratje Heineken aan, want dat wordt in Frankrijk altijd gemist, daarna nodigde hij hun uit voor een etentje in een lokaal restaurantje voor een typisch Frans dineetje (mmmm Pizza.) 

Door dit goddelijke diner kwamen de vier man, de vriendin van Maikel en daar het zusje van, wat later bij het kampvuur aan. Na eerst verkeerd gelopen te zijn, vervolgens een close-encounter met een giraffe (Por dios, wat zijn die groot!), wisten wij (de vier man zullen vanaf nu met wij worden beschreven) het reeds goed fikkende kampvuur te bereiken, waar het al flink gezellig was. Wijze mensen hadden al een soort van koelkast in de rivier gemaakt, waardoor de drankjes redelijk koud konden liggen. Er klonk een muziekje en er werd al volop gekeuveld. Gezellig dus. 

Even een kleine zijstap. Het gebied waar wij zaten, om precies te zijn de Vallée de la Drôme Diois, lag, en ligt nog steeds, ingeklemd tussen een aantal vrij hoge bergen. Vanaf een uurtje of drie ‘s middags hingen er donkere wolken aan de andere kant van deze bergen en hoorden wij het ook donderen en zagen het af en toe bliksemen. Kennelijk waren deze regenwolken zo zwaar dat ze de bergen niet over konden komen, want alle mensen van de Camping du Gap genoten de hele dag van een heerlijk zonnetje. En onweer in de zon is ook best apart. Maar zelfs ‘s avonds tijdens het etentje (wel cool, een ober in een voetbalshirt van Brazilië), wist de regen niet over de bergen te komen. In Leiden wordt dan meestal de volgende zin uitgesproken: ”Ook niet erg!”

Terug op het hoofdpad. Het kampvuur knetterde vrolijk, af en toe verscheen er een bliksem aan de horizon, maar bij ons bleef het droog. Er werden stoere verhalen verteld, Hans Teeuwen sprak ons toe vanaf CD, een Cola-Light werd uitgedeeld en er is eigenlijk maar één woord voor, het was gezellig. De mobiele telefoon fungeerde als een soort Game-Boy, bij vallende sterren werden wensen gedaan (het schijnt zelfs dat sommige zijn uitgekomen), en ondanks het gedonder en gebliksem leek er niks aan de hand. Aangezien wij zeer verantwoord fikkie aan het stoken waren hadden wij zelfs een emmer water klaar staan in geval van onvoorziene omstandigheden. Die omstandigheden kwamen er en waren zeer onvoorzien, maar een emmer water was wel het laatste wat wij nodig hadden.

Het riviertje La Roanne was een klein stroompje, waar hoogstens 10 cm water in stond toen wij naar het kampvuur gingen. Nu stond BJ met waarschijnlijk Jean de Bondt (toch pas famille de?) te praten, toen hij opeens natte voeten voelde. Eerst dacht hij, de eerder genoemde emmer is omgevallen, maar Jean had het ook door en het water was toch wel heel veel. Iedereen zag snel water komen en het kampvuur nog sneller kleiner worden. Bob zag het doosje met zijn CD-speler voorbij drijven en wist die nog net te grijpen. Iedereen sprong op de kant en binnen een minuut was het hele kampvuur verdwenen en stond alles onder zeer snel stromend water, wat ook nog een zeer vieze kleur had. Voor zover dat te zien was in het donker. Bob stond reeds tot zijn dijen in het water, maar wist toch via een andere weg de kant te bereiken. Hij zich later ook bij de anderen te voegen. Met CD-speler en zijn doosje.

Toen iedereen veilig op de kant stond en van de eerste schrik bekomen was, werd het tijd om eens te bedenken wat we nu konden doen. “BJ, jij bent de oudste, wat doen we nu?” vroeg iemand die toch wel een beetje geschrokken was. In wilde rivier, die La Roanne ondertussen was geworden, kwamen zelfs bomen voorbij drijven. Het water was zeer ruig. “Tellen met hoeveel we zijn en allemaal bij elkaar blijven,” was het enige nuttige wat BJ wist uit te brengen. Een onderzoekje van Mike, niet te verwarren met Maikel, had geleerd dat we niet op de kant stonden, maar op een eilandje in de kolkende rivier. Dus niet even relaxed terug flaneren naar de camping.

De volkstelling had uitgewezen dat wij met zestien mensen op het eiland zaten. Omdat schrik nog wel eens wil overslaan in meligheid, wat dus ook prompt gebeurde, werd er voorgesteld om dan maar een liedje te gaan zingen. En niks is logischer dan op een onbewoond eiland van Kinderen voor Kinderen in te zetten. Marcel besloot enkele fraaie plaatjes van de kolkende rivier te schieten en het was jammer dat er geen banjo mee was. In de film Deliverance (ook over een rivier en spannende avonturen) speelt een banjo elke keer als het spannend wordt. Dat had nu wel een mooi moment geweest. De zestien mensen kwamen al gauw op het idee zichzelf Kinderen voor Kinderen te noemen.

Hoewel het aan de andere kant van de bergen nog donderde, regende en bliksemde was het op het eiland, vanaf nu Klein-Corsica geheten, nog steeds droog. Het water was wel flink gestegen, maar steeg niet verder meer, dus eigenlijk zat het Kinderen voor Kinderenkoor wel veilig daar. “Waarschijnlijk zitten we hier wel de hele nacht,” sprak iemand en we konden hem alleen maar gelijk geven. “Weet iemand misschien hoe laat het is?” was een hele slimme vraag. “Tijd voor een groepsfoto!” schreeuwde Marcel en liet zijn fototoestel weer flitsen. Er kwamen wat aanstalten om een nieuw vuurtje te maken en de meligheid sloeg opnieuw toe. Op een onbewoond eiland klonk weer en ook het treintje naar Dromenland reed voorbij. 

Aan het nieuwe vuurtje zijn we nooit toegekomen. Ook op Klein-Corsica begon het regenen en te onweren. En al regende het niet echt hard, de druppels waren heel groot, dus je werd flink nat. De tijd tussen de bliksem en de donder was niet meer dan drie tellen, en kenners weten dat het onweer dan aardig in de buurt zit (sportwedstrijden worden gestaakt, als er tussen bliksem en donder drie tellen of minder zit). Er stonden enkele bomen op Klein-Corsica, die zouden de bliksem kunnen aantrekken. Dit was het moment om te beseffen dat wij ons niet in het stenen tijdperk bevonden, maar er gehandeld moest worden anno 2002. Dus werden de mobiele telefoons getrokken en de ouders gebeld, die ondertussen ook in de regen zaten en waarvan sommigen later vertelden dat ze al een vreemd voorgevoel hadden (er is meer tussen hemel en aarde, the truth is out there.)

De reddingsouders (dat is een mooi scrabble-woord) verzamelden al hun moed, regenkleding, zaklampen en andere nuttige dingen, één reddingsouder dacht zelfs aan het meenemen van zijn fototoestel om deze spectaculaire reddingsactie vast te leggen, maar zag hier uiteindelijk van af. Het plan was dat zou worden gekeken of het mogelijk was zelf Kinderen voor Kinderen te redden of toch de brandweer of andere hulptroepen er bij te halen. Nu, op mijn gemakkie zittend achter mijn computer denk ik, waarom de brandweer niet gebeld, maar op dat moment wilde ik alleen maar terug naar de camping. Maar eerst moesten we nog gevonden worden en er was geen vuurbaken meer.

Op Klein-Corsica was ondertussen het wachten begonnen op wat lichtflitsen of signalen van de reddingsouders. Omdat het zo donker was, de zaklampen, (eigenlijk was het er maar één), hadden het begeven, de regen werd wel wat minder, leek het allemaal erg lang te duren.

Maar eigenlijk wilde iedereen nu wel naar zijn tent, bed, hangmat of andere slaapgelegenheid. Bob dacht alweer een andere weg teruggevonden te hebben, maar de rest van het Kinderen voor Kinderen kon hem er toch van overtuigen, dat die weg toch doodlopend was. Op een onbewoond eiland en dat treintje naar dromenland kwam ondertussen iedereen zijn neus uit, Shakira was huilend en schreeuwend ten onder gegaan in de golven van de kolkende Roanne, hoewel er mensen beweerden dat ze aan het zingen was, en dan lijkt wachten heel lang te duren (want dan komt het begrip wachttijdbeleving om de hoek kijken.)

Hoe lang de Kinderen voor Kinderen aan het wachten waren weet niemand, maar op een gegeven moment zei Mike: “Ik ga mijn vader weer bellen.” Even voor de duidelijkheid, Mike is iemand anders dan Maikel. Helaas voor BJ bleek alleen zijn telefoon het nog te doen (hoe dat kwam is nog steeds niet helemaal duidelijk) en dus kon hij zich opmaken voor een boeiende conversatie met de vader van Mike. “Hallo, met BJ, met wie spreek ik?...Dit is de vader van Jef en Mike, we zijn er bijna!..... Heb je drank bij je, want die is nu wel op!”

Hieruit bleek dat BJ zeer kalm was gebleven en heel goed prioriteiten kon stellen. De vader van Jef en Mike verklaarde later dat hij vond dat BJ wel rustig klonk en dus kon hij er wel een beetje om lachen.

Vanaf Klein-Corsica werden nu de eerste lichtflitsen waargenomen en inderdaad, daar waren opeens de reddingsouders (eigenlijk waren het alleen vaders, plus twee man die geen kinderen op het eiland hadden zitten, maar gewoon handelde zoals je zou moeten handelen met mensen in nood) aan de overkant van de kolkende Roanne. 


Wat gebeurt er altijd in dat soort gevallen als de redding nabij is? Iedereen gaat door elkaar schreeuwen, de ene helft roept naar de andere helft om even stil te zijn, vervolgens roept er weer iemand naar de overkant en niemand verstaat elkaar. Zo ontstond ook het misverstand, waardoor vijftien man dacht dat Bob zo even naar de overkant wilde lopen om zijn redders te verwelkomen. Maar Bob liep alleen naar een plek, waar hij de reddingsouders beter kon toespreken. Hoe dan ook, de contacten waren gelegd, Kinderen voor Kinderen waren gevonden, Klein-Corsica was gevonden, nu was het tijd voor de volgende fase in het reddingsplan. 


Na rijp beraad besloten de reddingsouders toch zelf Kinderen voor Kinderen van het eiland af te halen (anders waren ze van reddingsouders opeens weer ouders geworden!) Er was maar een manier van redden mogelijk, het systeem van de menselijke keten. De reddingsouders vormden een keten naar Klein-Corsica toe, waarlangs Kinderen voor Kinderen dan uiteindelijk naar de oever zou gaan. De stroming was wel erg sterk, maar het moest mogelijk zijn en er waren al een tijdje geen bomen meer langs gedreven. 


Aldus werd er gehandeld, de menselijke keten werd gevormd en één voor één gingen de leden van Kinderen voor Kinderen door de Roanne naar de overkant. (Vanaf Klein-Corsica gezien natuurlijk). Dat ging niet zo soepel. Ricardo verloor zijn walkman, verschillende mensen verloren hun slippers door de sterke stroming (echte kampeerders lopen altijd op slippers, dus dat was een zeer pijnlijk verlies) Iemand verloor zij Nike’s, al werden die de volgende dag teruggevonden. Marcel zijn telefoon en fototoestel gingen compleet onder water, maar wonder boven wonder, het water liep gewoon uit het fototoestel, alles deed het nog. Bob zijn telefoon had iets minder affiniteit met water en moest helaas overleden worden verklaard.


Toen BJ dan eindelijk als één van de laatste door het water ging kon hij zich maar om twee dingen druk maken. Dat zijn telefoon niet nat werd, al het eerder genoemde spektakel van Bob en Marcel had hij dan nog niet gezien, en dat hij Marinka, de vriendin van Nick, en over Nick wordt weer gefluisterd dat hij de broer van DJ Tiësto is, niet los zou laten tijdens de oversteek (wat een lange zin, met een klassieke tangconstructie.) BJ beloofde haar: “Wat er ook gebeurd, ik laat je niet los!” Marinka was best een beetje bang en dat was ook wel begrijpelijk, want het was niet het Tiki-bad waar ze even doorheen moest. 


Tijdens de overtocht gebeurde het. Allereerst ging de telefoon compleet kopje onder, maar dat kon BJ op dat moment weinig meer schelen. Halverwege gleed Marinka uit en kon niet meer op haar voeten komen. Wat een logische redenen was om in paniek te raken. Haar vader op de kant raakte ook in paniek, want het is niet leuk om te zien hoe je dochter vecht tegen heel snel stromend water. BJ was niet in paniek, maar wel heel boos op Marinka, want hij had toch gezegd dat hij haar niet los zou laten. Vriendelijk schreeuwde hij haar toe: “ Ik had je @##@$QW@%#$% toch gezegd dat ik je niet los zou laten!” Gelukkig lukte het haar snel op de kant te trekken, waar Bob iedereen ophield om zijn telefoon te checken, maar op waterkracht wilde die echt niet werken. 


Eindelijk was iedereen op de kant, en deze keer was het geen eiland en kon de weg naar de camping hervat worden. 


De reddingsouders hadden echter een nieuwe route gekozen naar de rivier en op de weg terug moesten we nog een stukje door de jungle. Helaas geen kapmessen, machettes heten die officieel, maar wel veel doornen en andere prikkende dingen. Niet voor iedereen erg, maar voor de mensen die hun slippers, of ander wandelmateriaal hadden verloren in het kolkende water, was het geen pretje om zich op blote voeten door deze donkere jungle te begeven. De tocht leek heel lang te duren en BJ had het gevoel alsof Kinderen voor Kinderen echt een enorm eind van de camping verwijderd was. Toen we later bij daglicht weer naar Klein-Corsica gingen bleek het echter een hele kleine wandeling te zijn. 


Alle spanning gleed langzaam van de Kinderen voor Kinderen en de reddingsouders af. Er werd al “sssst” geroepen als we iets te hard praten. Sommige reddingsouders waren echter nog zeer gespannen, de opmerking “later lachen we erom!” viel niet bij iedereen in goeie aarde, maar over het algemeen liep de spanning langzaam weg. Eindelijk op de camping riep BJ op tot “een applaus voor deze kanjers!” Halverwege deze zin werd er al weer “sssssssssst” geroepen, maar het applaus was daar echt niet minder om. En dat konden de reddingsouders toch wel waarderen. 


Daarna kon het hele Kinderen voor Kinderenkoor gerust van de schrik bekomen. Sommigen gingen douchen, andere doken hun slaapzak in, BJ besloot: “Eerst roken!!” En dat, terwijl hij bekend staat als een niet-roker. Hij kon ook nog niet slapen en ging nog even loungen bij enkele reddingsouders en kon zich zo nog even afreageren, voordat hij zijn slaapzak in dook. Na een kort gesprek met Marcel, tenminste dat dacht hij, kon hij de slaap vatten. Later hoorde hij dat hij nog anderhalf uur alleen maar bizar en dat soort dingen lag te roepen. En ook als slaapprater stond BJ niet echt bekend. 


De volgende dag was het natuurlijk het verhaal van de camping. Het Kinderen voor Kinderenkoor waren de grote helden, evenals de reddingsouders natuurlijk. Aan de nazorg werd veel aandacht besteed. Praatsessie na praatsessie werden aan dit avontuur gewijd. De reddingsouders, die eigenlijk geen kinderen op Klein-Corsica hadden werden nog een keer extra in het zonnetje gezet en Survivor van Destiny’s Child was opeens de favoriete hit van iedereen. Overal kleefde het besef dat het toch zeer spannend was geweest. 


Het is nu alweer een tijdje geleden, maar spannend was en blijft het. Vooral iedereen bedankt die heeft deelgenomen aan de reddingsoperatie. Twee dagen later was het weer een lullig stroompje met modder, maar het was niet voor te stellen dat dit watertje ons zoveel problemen en avontuur kon brengen. 


Hoe liep het af met de vier man waarmee het verhaal begon Maikel werd de top DJ die hij wilde worden. Hij had een kleine tegenslag door de sluiting van de iT, maar wist zijn weg naar de top te vinden. Hij werd zo beroemd dat zelfs DJ Tiësto zijn platenkoffers wilde dragen. Zijn grootste hit was de Dance-Valley remix van Op een onbewoond eiland. Bob klooide lekker verder en werkte langzaam aan zijn droom. Via de Kart-baan Formule veel tot steeds een beetje minder wist hij zich uiteindelijk op te werken naar de Formule 1. Niet als coureur, maar als team-baas en kwam zo uiteindelijk daar waar hij wilde zijn, team-baas bij Ferrari. Marcel trouwde op zijn 25e met zijn droomvrouw, waardoor de titel van meest begeerde vrijgezel van Zuid-Holland vacant werd. Zijn droomvrouw bleek ook nog een enorme carrièrevrouw (en dus veel geld te hebben), waardoor Marcel lekker kon gaan huismannen en met zijn drie bloedjes van kinderen op zwemles kon. BJ vond het gat in de markt en ging de wereld rond als spannende verhalen verteller, schreef boeken vol met avonturen voor klein en groot en een speciale bundel vol met one-liners, zijn nieuwste boek komt over 3 maanden uit.


(Geschreven in 2002).

This page is powered by Blogger. Isn't yours?